woensdag 19 mei 2010

Jan Duiker

Het leven van: Jan Duiker

- Geboren te Den Haag
-
Als zoon van de hoofdonderwijzer Fokke Duiker en Frederika Rosenveldt
-
HBS en deed in 1907 eindexamen, waarna hij twijfelde tussen bouwkunde en muziek.
-
In 1908 begon hij aan zijn studie bouwkunde aan de Technische Hogeschool Delft
-
In 1916 begonnen Duiker en Bijvoet in Zandvoort hun eigen architectenbureau.
-
Halverwege de jaren twintig verbrak Bijvoet de samenwerking met Duiker.
-
Hij vertrok naar Parijs en ging daar bij het bureau van de Franse architect Pierre Chareau werken.
Ontwerp- en technische problemen op papier en in de bouw schijnbaar moeiteloos opgelost.

Grote persoonlijke deskundigheid is te zien in vondsten voor de kleine onderdelen. Opvallend is het grote aantal werken tot stand gekomen in een tijd van "Malaise" behalve een tijdelijke kracht werkte Duiker zonder hulp.

Uit de stukken van Duiker blijkt zijn grote belangstelling voor de ontwikkeling der techniek, meer op samenhang dan op specialisme gericht.

Zijn "kolommen" over verschijnselen, werk van anderen en het bij herhaling wijzen van de overheid op haar taak, getuigen van een journalistieke scherpzinnigheid. Duiker wordt eerder als liberaal dan als "Socialisme" gezien.
Jan van Zutphen meende: "Stellig behoorde hij tot de groten van geest, een strijder zonder arrogantie, maar met een vastberadenheid en een geestdrift die meeslepend waren".

De heldere en functionele architectuur van Duiker is transparant, streng, helder, zo mooi mogelijk met bijna niets. Verschillende, inmiddels gerestaureerde gebouwen van hem zijn nog steeds in gebruik door tevreden bewoners.

De belangrijkste werken in het leven van Jan Duiker:

§ Nazorgkolonie Sanatorium Zonnestraal Hilversum (1926-1928)

Bestand:Zonstrhoofd01voorkant.jpg

§

Bestand:Zonstrtermeulenpav.jpg

Sanatorium Zonnestraal was een sanatorium in de Nederlandse gemeente Hilversum Hilversum. Het complex was oorspronkelijk bestemd voor diamantslijpers die tuberculose hadden opgelopen. Het werd ontworpen door de architect Jan Duiker , in samenwerking met Bernard Bijvoet en Jan Gerko Wiebenga.. Het hoofdgebouw werd geopend op 12 juni 1928.

Zonnestraal beslaat circa 120 hectare, en ligt in het Loosdrechtse Bos. Het heeft nog steeds een Medische functie.

Zonnestraal is gebouwd in beton, met stalen raamsponningen en enkel glas. Duiker heeft zijn standaardkleuren gebruikt: wit, zwart en een specifieke kleur lichtblauw, het zogenoemde "Duiker-blauw". Het complex is een beroemd voorbeeld van het
Nieuwe Bouwen.
Toen het werd ontworpen, dacht men dat tuberculose binnen dertig jaar uitgeroeid zou zijn. Zonnestraal werd daarom ontworpen voor een relatief geringe levensduur. Omdat later werd ingezien dat de gebouwen waarde hebben als monument, is vanaf de jaren negentig een omvangrijk restauratieprogramma in gang gezet (kostprijs 12 miljoen gulden). De restauratie wordt uitgevoerd aan de hand van plannen van de architecten Hubert-Jan Henket en Wessel de Jonge die de stijl van het oorspronkelijke ontwerp willen respecteren. Op het landgoed worden weer diverse vormen van zorg aangeboden. Het hoofdgebouw is sinds mei 2004 in de oude glorie hersteld.


Nirwanaflat, Den Haag (1927-1930) (Eerste flatgebouw van Nederland; ontworpen samen met J.G Wiebenga.


§ Bestand:Nirwana Den Haag 2007.jpg


Nirwana is een flatgebouw in Den Haag op de hoek van de Benoordenhoutseweg en het Willem Witsenplein (het begin van de Van Alkemadelaan), tegenover het Haagse Bos. Het gebouw wordt aangemerkt als de eerste flat in Nederland, en staat in de Top 100 van rijksmonumenten.

Het woord Nirwana is Sanskriet en betekent de hoogste staat van heiligheid die een mens kan bereiken in het Boeddhisme, ontdaan van alle verlangens.

Met de bouw van de Nirwana-flat en het schrijven van het pamflet Hoogbouw (1930) propageerden de architecten dat woontorens de oplossing voor het volkshuisvestingvraagstuk zouden worden. Zij vonden hoogbouw efficiënt, hygiënisch (‘licht en lucht’), comfortabel en goedkoop, aldus de architecten.

De flat werd door Jan Duiker en Jan Gerko Wiebenga in de periode 1926 tot 1929 ontworpen en gebouwd. Dit gebeurde volgens de stijl van de nieuwe Zakelijkheid. Hierbij speelde de functionaliteit, leefbaarheid en rationaliteit de hoofdrol.

Niet alleen de vorm van het gebouw was nieuw, ook de gebruikte materialen. Het was destijds het hoogste gebouw in Nederland van gewapend beton. Er was een centraal trappenhuis met een lift, ook was er een begane grond zonder woonfunctie die hoger lag dan de straat (een zogenaamde bel-etage). Boven de vijf woonverdiepingen was nog een penthouse te vinden. Doordat de muren geen dragende functie meer hadden konden de ramen veel groter worden dan gebruikelijk. Eigenlijk had het flatgebouw twee keer zo hoog moeten worden, maar het gemeentebestuur stak daar een stokje voor.

Het gebouw trok veel aandacht doordat het over een aantal moderne snufjes beschikte. Zo hadden de appartementen telefoon, stortkokers voor het afval en voor de vuile was en centrale verwarming. Ook konden de bewoners een maaltijd bestellen bij de centrale keuken die dan via een goederenlift naar boven werd gebracht.

Het kleine gebouwtje naast de flat was oorspronkelijk bedoeld als garage voor een dure auto van een van de bewoners.


Openluchtschool, Amsterdam (1929-1930) (De gemeentelijke schoonheidscommissie verwees het "Avab-gardistisch glaspaleis" naar een geheel door huizen omgeven binnenplein wegens te groot contrast met de overige bebouwing.)

§

§

Een openluchtschool of buitenschool is een school waar het lesgeven zoveel mogelijk in de openlucht plaatsvindt. Dit kan bijvoorbeeld door les te geven buiten een gebouw, of in een gebouw waarvan wanden of ramen volledig kunnen worden verwijderd of geopend.

Openluchtscholen waren vaak vooral bedoeld voor kinderen met tuberculose of aanleg daarvoor. Men meende dat langdurig verblijf in de buitenlucht een gunstige invloed zou hebben op hun gezondheid. In de eerste helft van de twintigste eeuw kenden vele ontwikkelde landen dergelijke scholen.

In Nederland werd de eerste openluchtschool, de Eerste Nederlandse Buitenschool., in 1913 gesticht in Den Haag. Daarop volgden andere, onder meer in Rotterdam,Amsterdam, Arnhem en Breda. Later werden veel van deze scholen algemene scholen voor kinderen met lichamelijke gezondheidsklachten (zoals luchtwegaandoeningen, stofwisselingsziekten en hart- en vaatziekten), en dragen zij enkel de naam openluchtschool nog.

In de Vernigde Staten begon men in 1908 met dergelijke openluchtscholen (open air schools). Hoewel de resultaten voor de gezondheid van de kinderen gunstig waren, was het schoolresultaat nogal wisselend. Tussen 1938 en 1941 zijn daarom deze openluchtscholen gesloten.

Daarnaast zijn er ook openluchtscholen voor gezonde kinderen gesticht. Een bekend voorbeeld daarvan is de Eerste Openluchtschool voor het Gezonde Kind in Amsterdam.

Cineac Amsterdam(1934) (Duiker weet een ovale zaalvorm te ontwerpen op een qua vorm zeer grillig terrein die de grenzen ervan als het ware weet te negeren. Voor de bouw werd wegens de malaise onverkocht staal gebruikt.)

§ Bestand:Cineac0.jpg

Bestand:Jan Duiker Cineac Amsterdam plan 1.jpg

Cineac Amsterdam was in de Regulierbreestraat, tegenover Tuschinski, en werd gemakshalve Cineac Regulierbreestraat genoemd.
In
1934 wordt de bioscoop, ontworpen door architect Jan Duiker in de stijl van de Nieuwe Zakelijkheid of het Nieuwe Bouwen, gebouwd. De gevel heeft veel glas en staal. De muren van de filmzaal werden met asbest bespoten voor een goede akoestiek. Ook dacht hij aan de mensen die nog kaartjes moesten kopen, want ook buiten liet hij verwarmingselementen monteren.
In
1992 werd de Cineac heropend als rikbioscoop (waar films van een half jaar tot een jaar oud werden veroond, met een entreeprijs van f 2,50 = € 1,13), in navolging van de dollarbioscoop uit Amerika. In Amsterdam werd in het begin de oude Cineac-formule gehanteerd, waarbij de bezoeker kon komen en gaan wanneer hij wilde. Dit trok veel daklozen aan, dus in 1993 werden vaste uren ingesteld. De Amsterdamse Cineac was de eerste riksbios in Nederland, maar al gauw kwamen er riksbioscopen in andere steden. Hoewel het experiment geslaagd werd genoemd, sloot de laatste riksbios in 1996.
In
1994 wordt het gebouw grondig verbouwd en gerestaureerd en de gevelconstructie verbeterd. De buitenkant van het Cineac gebouw is een beschermd monument.
In
1996 werd de Cineac een bioscoop voor normale filmvoorstellingen.
Na de restaurantketen
Planet Hollywood en ID&T, die het als evenementenlocatie gebruikte, kwam er de Restaurant Club Cineac waarin de nadruk lag op loungen.
In
2006 werd Tijs Verwest (DJ Tiësto) uit Breda mede-eigenaar van de Amsterdamse Cineac. Het pand was kort daarvoor overgenomen door The Mansion, die ook het pand achter de Cineac kochten om geen problemen met geluidsoverlast te hebben. Op 7 juni 2007 werd de nieuwe club van DJ Tiësto geopend, een club met elektronische muziek en Chinees eten.

In 1938 komt er een nog een Cineac op het Damrak, Cineac Damrak. Hij sluit in 1983, en is nu een speelhal.


Hotel Gooiland, Hilversum (1934-1936) (Voorontwerp van Duiker, voltooid o.l.v. Bernard Bijvoet.)

§

§

Dit gebouw is een voorbeeld van het Nieuwe Bouwen.

Duiker kreeg in 1934 van de familie Buurke opdracht om een hotel annex schouwburg te ontwerpen. Nadat hij het schetsontwerp had voltooid overleed hij echter. Zijn voormalige partner Bijvoet keerde terug uit Parijs en sloot samen met de weduwe Duiker het contract voor de bouw. Het gebouw werd voltooid onder leiding van Bijvoet, met de architect Gerrit Tuijnman (1895-1994). Constructeur was Jan Gerko Wiebenga .

Het gebouw is diverse malen aangepast en is in 1990 gerestaureerd.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten